Voor mij is het inmiddels al meer dan 30 jaar geleden dat mijn oudste voor het eerst “echt” alle dagen naar school ging. De peuterzaal had hij al een jaar 2 keer per week een paar uurtjes gedaan, maar dit was het echte werk. Het echte groot worden en los maken van mamma en pappa…..
Althans zo ervaarde ik dat wel, het eerst los laten van je kind. De kleine was trots als een ouwe aap, want nu was hij groot en gelukkig had hij er heel veel zin in. Ik niet, ik vond het helemaal niet leuk, maar daar van liet ik aan hem niets merken. Met die peuterzaal had ik al zoveel moeite gehad, maar dat was 2 en een half uur en dan mocht ik hem weer halen. Ook draaide je regelmatig een ochtend of middag mee (verplicht) en daar door had je al snel een goed beeld hoe het er aan toe ging. Maar de echte basis school? Tja, dat was een grotere klas en de juf kende je totaal niet. In tegenstelling tot de peuter juf, die had je leren kennen met de kennismaking ochtenden waar je bij mocht blijven.
Maar opeens ben je op weg voor die allereerste echte schooldag met een trots kind, want die is nu immers groot. Op de één of andere manier voelde ik mij heel weemoedig, een beetje angstig en absoluut niet opgelucht of zo. Eénmaal op het schoolplein aangekomen, valt het je op dat het giga druk is, kinderen die uitgelaten zijn of juist heel stil en heel veel ouders en opa’s en oma’s. De allereerste keer dat je dit meemaakt voelt dit een beetje als bedreigend, je laat je kind straks immers gewoon achter. Je bent blij wanneer je wel een bekend gezicht ziet tussen al die vreemden en al snel kom je er achter dat ook de andere moeders/vaders van de kersverse schoolgangers zich niet echt prettig voelen. Gedeelde smart is halve smart denk je dan maar en probeert optimistisch en vrolijk over te komen, zeker naar je kind toe, welke je hand nu toch echt ietsje steviger vast wil houden dan normaal.
Er schiet een brok in je keel, want je voelt de angst en onzekerheid van je kind, toch de angst voor het onbekende? Je laat niets meer merken en aangekomen bij de klas, zoek je samen naar de kapstok voor zijn jasje en sluit (gespeeld) vrolijk aan in de rij bij de deur. Ondertussen kijk je door het binnenraam naar de klas en ziet al wat kinderen lachen of juist heel stil op een stoeltje zitten, maar je ziet ook een kindje met groot verdriet waarvan de moeder zich los probeert te maken. Dat is jouw eigen angst eigenlijk ook…..tranen en paniek, ik verwacht het niet echt bij mijn kind, maar toch…. Je prent jezelf in dat iedereen door deze fase heen is gegaan en moet gaan, ouders en kinderen en dat het allemaal wel goed zal komen. Over een kleine drie uurtjes haal je hem immers weer op, om hem anderhalf uur later voor nog eens een paar uurtjes af te geven en dan zit de eerst echte schooldag er op. De eerste van velen…..
De eerste ouders komen de gang weer op en gaan driftig zwaaien voor het binnenraam, wanneer een kindje niet kijkt, dan doen sommige er zelfs van alles aan om de aandacht te trekken. Begrijpelijk, maar absoluut niet altijd slim. Het is een beetje chaotisch maar de juf probeert alles in goede banen te leiden. Het grootste probleem zijn niet de kinderen, maar de ouders. De kinderen luisteren al redelijk goed naar haar, maar de ouders moeten dat nog leren lijkt wel. Sommige ouders moeten ook zo heel broodnodig nog even van alles kwijt aan de juf en vergeten dat zij niet de enige zijn. Ondertussen mogen wij ook naar binnen, alle kleine stoeltjes staan gezellig in een grote kring en raken al aardig vol met kinderen. Eerst even de juf een handje gegeven en begroet, waarna hij dapper op een vrij klein stoeltje af stapt en heel stoer gaat zitten. Ik ken hem goed genoeg om aan de blik in zijn ogen te zien dat hij het wel heel erg spannend vindt. Maar zoals altijd, raakt hij al snel in gesprek met een kindje naast hem, waardoor hij niet in de gaten heeft dat er zich ondertussen een klein drama bij de deur afspeelt. Daar heeft een ouder iets te lang staan zwaaien, waardoor haar kindje besloot toch maar weer met mamma mee naar huis te gaan. Hysterie alom, gillen, schoppen, tranen en moeder blijft maar in de buurt hangen. Mijn nachtmerrie maakte zij dus mee, maar was wel grotendeels haar eigen schuld. Zwaaien en wegwezen en niet meer omkijken is de beste remedie. Zo herkenbaar ook weer gegeven in het grappige programma “De luizen moeder”.
Dan komt jouw moment om weg te gaan. Een liefdevolle kus, een aai over het bolletje en optimistisch zeggen dat hij vooral veel plezier moet maken. Ik draai mij om, loop van hem weg, een brok in mijn keel en kijk, terwijl ik bijna de klas uit ben, vanuit de deur opening, toch nog even achterom. Zijn bruine kijkers volgen mij, we zwaaien en zwaaien nog eens en dan ga ik de gang op. Kijk quasi onverschillig door het binnenraam toch nog even naar binnen en goddank, hij zit alweer heerlijk te kletsen en heeft niet eens in de gaten dat hij nog een keertje naar mij kan zwaaien. Dat geeft mij een dubbel gevoel merk ik, opgelucht dat het zo goed gaat en heel eerlijk? Toch ook een heel klein beetje teleurgesteld, dat hij mamma makkelijker loslaat dan mamma hem. Ik ga snel naar huis en de stilte is iets waar ik altijd weer aan moest wennen. Als een bezetene maak ik alles schoon en ruim op en voordat ik het goed in de gaten heb, moet ik mij bijna gaan haasten om hem weer van school te halen. De tijd is toch om gevlogen.
Op het schoolplein is het druk, alle ouders kletsen honderduit tegen elkaar, veel gehoorde opmerking was dan ook dat ze het heerlijk vonden dat de school weer begonnen was. Waarbij ik mij afvraag of ik dat ook ooit zou gaan zeggen. Ik bemoei mij met niemand, maar ik hou mijn ogen op de deur gericht, heb op dit moment echt geen zin in een klets praatje. Ik negeer dus het gekwetter op het schoolplein, in mijn eigen gedachten verzonken en vol spanning hoe hij het zal hebben ervaren. Dan gaat de deur eindelijk open en de eerste kinderen stromen naar buiten, nu goed opletten dat hij niet in de drukte de verkeerde kant op loopt. Eindelijk daar is hij, vrolijk en uitgelaten komt hij naar buiten, kijkt geconcentreerd naar de wachtende ouders, ziet mij en ik krijg de meeste lieve en mooie smile van hem die een moeder kan wensen. Hij komt hard aan rennen en ik heb de neiging om te roepen dat hij moet uitkijken dat hij niet valt, maar laat het. Uiteindelijk moet hij nu overal zelf een beetje achter komen en ben ik er niet meer elke minuut bij. Ik krijg een dikke kus en hij begint honderd uit te vertellen, over van alles en nog wat. Maar de mooiste opmerking is toch wel: “mamma, ik vind school heel erg leuk, maar bij jou is het ook heel leuk”. Mijn hart stroomt over en ik antwoord dat hij altijd meer bij mamma zal zijn dan op school, dus dat het heel fijn is dat hij het allebei leuk vindt.
Opgelucht gaan we beiden naar huis, om lekker te eten en al snel weer richting school te gaan. Vanaf dat moment leek mijn leven een tijd lang alleen maar uit heen en weer gaan tussen school en huis te bestaan en verwelkomde ik iedere vrije dag of vakantie met een grote smile! Ik was zo een ouder die het niet echt leuk vond wanneer de school weer begon………dus die opmerking, “blij dat de school weer is begonnen”……….die maakte ik bij de basis school nooit.
Hits: 215